
Bitcoin Barry
Mijn jongere broer is dit jaar begonnen met technische aardwetenschappen in Delft. Vlak voor de studie van start ging, kreeg hij een uitnodiging van de introductieweek. Met een groep eerstejaars de stad en de universiteit verkennen. Vol frisse moed vertrok hij richting zijn nieuwe stad, benieuwd waar zijn medestudenten allemaal vandaan komen. Bij aankomst bleek dat hij het in het Nederlands niet hoefde te proberen. Van de vijftien studenten in zijn groep was hij de enige Nederlander. Geen verassing als men de cijfers erop naslaat. De TU Delft heeft de afgelopen 6 jaar namelijk een stijging van maar liefst 60% aan internationale studenten gezien, ten opzichte van een magere 14% aan nationale studenten. En dit geldt niet alleen voor de TU Delft. Ook andere universiteiten ervaren problemen door de enorme toestroom vanuit het buitenland. Ze luiden de noodklok. Studentensteden en universiteiten kunnen het niet meer aan. De kwaliteit van leven en onderwijs lopen in het gedrang door gebrek aan huisvesting, overvolle collegezalen en promovendi die niet meer aan onderzoek toekomen. Ze willen allen maatregelen nemen. De wetgeving beperkt hen echter om de toestroom aan banden te leggen. Wordt deze urgentie gevoeld door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Robbert Dijkgraaf?
In een recent interview met de Volkskrant vergelijkt hij de toestroom van buitenlandse studenten met “auto rijden met alleen een gaspedaal en geen rem”. Hij geeft aan zo’n rem te willen in de toekomst, maar schat tegelijk in dat we nu zo ongeveer op “dat optimale punt zitten”. Niet bepaald de woorden van iemand, die de noodzaak van het moment op waarde weet te schatten.
Zeker als gekeken wordt naar het veelvoud aan misstanden die steeds vaker aan het licht komen als het gaat om buitenlandse studenten. Door het gebrek aan ruimte en de noodzaak om een ruimte te hebben, omdat ze niet over de mogelijkheid beschikken tijdelijk bij hun ouders te blijven, zijn ze een eenvoudige prooi voor gure pandjesbazen. Vier gipsen wandjes op 15 vierkante meter om vijf kamers te creëren voor de hoofdprijs, een opslaghok of langdurig op een slaapzaal in een hostel. Het zijn geen uitzonderingen meer.
Het tekort aan studentenkamers en woonruimte in het algemeen in Nederland drijft de prijzen verder op. Maar niet alleen buitenlandse studenten zijn hiervan het slachtoffer. Ook steeds meer Nederlandse studenten vinden geen huis en besluiten thuis te blijven wonen. Gestaag groeit het aantal thuiswonenden. Vorig jaar was dat ongeveer de helft van het totaal aan studerenden.
Mijn broer zit net als veel buitenlandse studenten tijdelijk in een hotel.
We hebben overduidelijk het “optimale punt” bereikt.
Dijkgraaf waant zich nog in zijn academische droom, waar denken tijd kost en krijgt. Een droom, waar universiteiten en hogescholen in vrede samenwerken op internationaal niveau om bovenmenselijke resultaten te leveren. Waar hij zijn fonds uit het coalitieakkoord van 5 miljard aan onderzoek en wetenschap kan besteden in de komende tien jaar.
Kan iemand deze geniale dromer (en misschien ook de rest van Rutte IV) in actie laten komen? Er is nu een rem nodig om studenten, zoals Dijkgraaf het zelf noemt, “rust en ruimte” te bieden, niet over tien jaar.
