“Everything is about sex, except sex. Sex is about power.”

“Everything is about sex, except sex. Sex is about power.”

“Seks gaat over macht.”

Het citaat van Oscar Wilde deed me afvragen of seks dan ook onmacht behelst. Onmacht ten aanzien van ons verlangen. Onmacht van de personen waarnaar verlangd wordt.

“Ik verzin niks, ik geef vorm.”

Schrijver L.H. Wiener, tevens mijn vroegere docent Engels, sprak deze woorden in een radio-interview voor de VPRO. Een bekentenis van zijn onvermogen tot het schrijven van niet-autobiografisch werk.

Nieuwsgierig naar de man die mij kennis liet maken met Shakespeare en A.A. Milne bestelde ik de bejubelde roman De verering van Quirina T. (2006). Twee dagen later lag het boek op mijn deurmat. Ik begon driftig te lezen.

Herkenning volop. Lokaal 32: de Engelse vlag, foto’s van schrijvers, zijn manier van lesgeven. Het was niet eens een geromantiseerde versie van mijn herinnering. Het was hem, maar meer dan dat. Zijn privéleven, zijn verlangens, het mysterie dat om docenten hing, openbaarde zich. Waar lag de scheidslijn tussen feit en fictie?

“Ik verzin niks, ik geef vorm.”

Zes woorden. Ze veranderden mijn herinnering, mijn beeltenis van mijn docent Engels.

Het boek beschrijft zijn zware alcoholgebruik, de agressie jegens een hoogbejaarde vrouw en het verlangen naar een zeventienjarige studente in zijn klas.

“Ik verzin niks, ik geef vorm.”

Opnieuw die woorden. Het plaatste het geheel in een ander licht. Het licht van macht en onmacht, waar Oscar Wilde over sprak. De onmacht van een minderjarig meisje dat sterk oogt. De onmacht en zijn verlangen, naar whisky, geweld en een liefde die eigenlijk niet mag bestaan.

De nieuwe herinnering liet me enkel achter met vragen. Kan een schrijver nog schuilen achter fictie, wanneer hij bekent geen fictie te kunnen schrijven? Hebben clandestiene verlangens recht op bewondering? En heeft alleen de daad recht op afschuw?

Plaats een reactie