Vriendinnen van de vriendin van

Vriendinnen van de vriendin van

Vrijdagavond. Een goede vriend is net gaan samenwonen met zijn vriendin en geeft een klein etentje/borreltje. Walking dinner staat in de uitnodiging. Ik ben al wat laat, dus haal snel nog even een fles bij de slijterij. Toch maar die magnum, is wel zo feestelijk. Vijfendertig euro lichter, maar ach, wat zal het. Het is immers met eten en drinken. Een echte Hollander streept de kosten van het cadeau weg tegen hetgeen hem geserveerd wordt.

Bij binnenkomst lijkt de sfeer er al goed in te zitten. De muziek staat zo zacht dat deze alleen gehoord wordt wanneer iedereen muisstil op zijn of haar plek blijft zitten, de gevulde eieren liggen verkleurd en ongeroerd naast de smeerkaas met broodkruimels en de rek lijkt volledig uit het gesprek als een vermoeid stuk metaal. Ijzige stilte. Of deze ongemakkelijkheid door mijn aanwezigheid ontsproten is, weet ik niet. Wat ik wel weet is dat ik liever mijn fles weer mee naar huis neem, gezien de etenswaren op tafel.

‘Er zit nog een lekkere pizza in de oven,’ zegt zijn vriendin.

Naast de prullenbak, bij het karton, liggen zes dozen van de Duitse dokter.

‘Heerlijk,’ antwoord ik en overhandig haar de fles.

De enig overgebleven plek aan tafel is naast een ietwat gezette vrouw in broekpak. Michelle. Ze drinkt zoete witte wijn en wipt met haar wijsvinger een lik smeerkaas uit het bakje.

‘Hoe ken je Liselot,’ vraag ik, terwijl Michelle de restjes smeerkaas met haar tanden onder haar nagels vandaan vijlt.

‘Van stappen.’

‘Wat doe je?’

‘Momenteel even niks, de rona, weet je.’

‘Woon je ook in Amsterdam?’

‘Castricum, bij mijn ouders. Met mijn vriend.’

‘Wel op zoek naar iets anders?’

‘Nee, joh, ik vind het heerlijk. Gezellig toch?’

‘Ja.’

‘Ik heb een cavia.’

‘Oh.’

‘Houd je ook van cavia’s?’

Ze zat opnieuw met haar vingers in de smeerkaas.

‘Nou?’

‘Niet echt mijn ding, nee.’

‘Meer een konijnenman?’

‘Ook niet echt.’

‘Die zijn toch lief?’

De bel. Nog een dame.

‘Haaai, ik ben Monique.’

Deze was nog potiger en droeg een uitgerekt T-shirt, dat klemde onder haar bilrand. Galant maakte ik plaatst voor het achterwerk, wat zo te zien veel te verduren had gehad, te zien aan de hoeveelheid deuken.

‘Ga zitten.’

‘Dat hoeft echt niet.’

‘Ik moet toch naar de plee, ga lekker zitten.’

Bij terugkomst pakte ik een kratje, ging naast Joost, Willem en Pieter zitten en nam een hap van die overheerlijke BBQ-chicken slice van de dokter.

Plaats een reactie