Bloedzuiger Ferry
Uiterlijke kenmerken van een pornoster uit de jaren 80: dunne ringbaard, dik lijf en een grijs gegeld kapsel. Onaangename mondgeur vanwege de grote hoeveelheid koffie en stilzwijgen. Bewapend met enkel een joekel van een telelens ligt Ferry de Kok beschut in de bosjes te wachten. Op een misstap. Een brakke kop, een string die net boven de broekrand kruipt of een liefdespaar waarvan de formatie nog onbekend. Wanneer de deuren van het stadhuis in Bloemendaal opengaan houdt hij zijn wijsvinger op het extra gevoelige knopje van zijn Canon Mark IV.
Handen worden geschut. Klik. Schouderklopje. Klik. Een omhelzing van de minister zelf. Klik. Klik. Klik. Klik.
Zelfvoldaan kruipt Ferry terug naar zijn auto. Zijn vriend Santegoeds gaat dit mooi vinden, maar zal wel flink moeten betalen en meerdere keren.
Hij belt Santegoeds en maakt zijn gebruikelijke grap: ‘Evert, wat is het verschil tussen een stalker en een paparazzo?’
‘Dat ik je moet betalen, Ferry.’
‘Ook waar, maar niet helemaal Evert. Stalkers zijn werkloze paparazzi.’
Ferry lacht hard om zijn eigen grap, kijkt naar het schermpje van zijn camera, likt het kale hoofd van Ferd en bedankt hem voor de nieuwe carport in zijn doorzonwoning in Nieuw-Vennep.
