Mijn lieve stad…
Het miezerde in de avondschemer. Het Museumplein lag er verlaten bij, omringd door haar historierijke musea, overbodige ambassadeurswoningen en het concertgebouw met haar verlicht gouden harp. Het eigenaardig paarse stadsmeubilair van Henrik Pøhlsgaard, wat qua kleur anders was uitgevallen dan het oorspronkelijke ontwerp, ademde Amsterdam in de jaren 90. De bijpassende lantaarns die aan de rand geplaatst waren met het idee dat bewoners te midden van het plein de sterrenhemel konden aanschouwen schoten aan. Ik passeerde de Iamsterdam-letters, die in mijn ogen slecht gejat waren van de recent overleden Milton Glaser (ontwerper van I♥NY). Ze leken hun aantrekkingskracht voor toeristen verloren te hebben. Stiekem hoopte ik dat dit zo zou blijven. Onder de kruisribgewelven van het Rijksmuseum klonk de viool van een straatmuzikant. Ik zag de glazen Nachtwachtsleuf boven mijn hoofd, waardoor het museum schilderijen naar binnen en buiten kon takelen.
Even later volgde ik de Weteringschans in westelijke richting. De bomen hielden me droog, terwijl de regendruppels hoorbaar van blad naar blad sprongen in de schaduw van de 19e-eeuwse villa’s.
Waar de versierde afrastering van de villa’s ophield, stond een industrieel gaashekwerk voor het meest gewilde stukje braakliggend terrein van de stad. Ik krulde mijn handen in het raamwerk van draadgaas en staarde naar het houten huisje op de rots. Het Scandinavisch-achtige pastelblauwe huisje was geplaatst door kunstenaar Van Munster als protest tegen het gemeentebeleid voor kunst in de openbare ruimte. Ik zag zelf eerder het verlangen naar een eigen plek in de stad.
Dat wij deze als Amsterdammers aan het verliezen waren leek haast verleden tijd. Massaal liepen bewoners langs plekken waar ze in jaren niet waren geweest om deze vast te leggen, zonder hordes mensen, zonder de zoete geur van een attractiepark.
Op diezelfde wijze genoot ik van mijn wandeling door de stille stad, op weg naar mijn eigen plek in het voormalig verenigingsgebouw van kerkgemeenschap De Vrije Gemeente. Achteraan was een klapstoeltje voor mij neergezet. De ijzige stilte van vier maanden werd doorbroken door Opera Alaska, de nieuwe formatie van Marien Dorleijn. Misschien wel Nederlands meest talentvolle en bescheiden artiest.
Sluit uw ogen en bedenk welke plek u wilt beschermen. Zoals Van Munster en deze pandemie ons de mogelijkheden tonen, staan wij Amsterdammers voor de keuze of wij onze stad weer langzaam laten overspoelen of dat wij haar behouden als onze eigen plek. Denk aan de woorden van voormalig burgermeester Van der Laan: “Zorg goed voor onze stad en voor elkaar.”
