Hete sop

Hete sop

Een goede vriend van me belt op. Hij wil na lange tijd weer eens afspreken en nodigt zichzelf bij mij uit, aangezien hij van mening is dat ik de betere kok ben van ons twee. Ik moet toegeven dat ik die ene keer, zo’n vijf jaar geleden, niet echt onder de indruk was van zijn uitvergrote kipnugget, in zijn woorden krokante kipschnitzel. Toch is zijn houding in mijn ogen niet gelegen aan de discrepantie tussen onze kookkunsten, maar eerder aan zijn vrekkige karakter. Gewoon vies, goedkoop eten voorschotelen, zodat hij de verantwoordelijkheid op iemand anders af kan schuiven onder het mom van “ik kan niet koken”. Zeg dan gelijk dat je gierig en lui bent.

Tot overmaat van ramp stelt hij mij de vraag: ‘Vind je het erg als An ook mee eet?’ De “vind je het erg” zegt al voldoende; ja zeggen is geen optie. Ik stel voor dat hij zijn zus en neef ook maar gelijk mee moet nemen. Hij lacht gereserveerd.

Om stipt zes uur gaat de bel. Hij heeft aan de telefoon al aangeven niet te lang te kunnen blijven. “Er ligt nog werk te wachten,” waren zijn letterlijke woorden.

‘Nog steeds geen bank,’ vraagt hij minachtend.

‘Ik begrijp niet hoe mensen zonder bank kunnen leven,’ vult zijn vriendin aan.

‘Wat schaft de pot…wijntje, lekker. Ik ben uitgeput, gister is het weer half 1 geworden.’

‘Gezopen,’ vraag ik als gemaakt, slechte grap.

‘Nee, ik zat vast op the office.’

‘Lekker belangrijk,’ mompel ik onverstaanbaar.

‘Je moet echt minder hard werken, schat,’ brengt zijn vriendin uit, terwijl ze het overduidelijk gaaf vindt om te kunnen zeggen.

‘Oh, is dat koriander?’

‘Ja.’

‘Kan je dat er niet in doen?’

‘Ik weet niet hoe mensen dat lekker kunnen vinden. Ik vind dat zo naar zeepsop smaken,’ vult zijn vriendin opnieuw aan.

‘Ben je nog steeds bezig met dat suffe geschrijf van je?’

‘Ja.’

‘Oh, is dat trouwens sambal? Maak je het niet te heet? An en ik kunnen niet zo goed tegen heet eten. Dat wist je toch wel?’

‘Ik begrijp niet wat de toegevoegde waarde is van scherp eten,’ vult An voor de derde keer aan.

‘Ik begrijp er ook helemaal niets van,’ praat ik haar na.

‘Wat?’

‘Niets.’

‘Oh, trouwens, voor mij ook geen paprika.’

‘Willen jullie anders koken?’

‘Doe niet zo flauw, het is toch gezellig dat we komen eten.’

‘Weet je wat nog gezelliger is?’

‘Nou?’

‘Als jullie niet komen eten.’

‘Kom An, we gaan, deze jongen is gestoord en ik heb nog genoeg te doen.’

‘Ja, schat, ik krijg negatieve vibes hier,’ vult An weer aan en ze vertrekken per direct.

Ik doe uiteindelijk extra veel koriander en sambal in het eten en eet met tegenzin de hete sop in mijn eentje op.

Plaats een reactie