Niet omdat jij het bent

Niet omdat jij het bent

“We zijn met evenveel mannen als vrouwen, dus dat moeten we overal terugzien,” pleit SER-voorzitter Mariëtte Hamer naar aanleiding van de discussie omtrent de invoering van een vrouwenquotum. Overal, bedoelt Hamer in eerste instantie topfuncties mee, want dat is vanzelfsprekend overal. Wanneer geconcludeerd wordt dat in de agrarische sector, delfstofwinning, industrie en de bouw in 2018 ruim 80% van de beroepen bekleed wordt door mannen, ziet Hamer geen enkele reden tot beklag. Aardappels rooien en stratenmaken is immers geen vrouwenwerk. Wanneer in een hotel de koffers van de vrouw worden getild en de man dat zelf moet doen, noemt mevrouw Hamer dat hoogstwaarschijnlijk cultuur, fatsoen en service. “Het tegengaan van stereotypen en vooroordelen,” benadrukt mevrouw Hamer echter als essentieel in haar voorwoord van het rapport over diversiteit in de top. Maar kunnen vooroordelen uitgebannen worden in de top, wanneer deze nog in overvloed zijn in de onderliggende functies?

In Zweden lijkt het een stuk beter te gaan met vrouwen aan de top. Maar waarom? Het antwoord hierop is vrij simpel. Wanneer de maatschappij is ingericht op twee voltijd werkende ouders, denk aan gratis en gedegen kinderopvang, vergelijkbare salarissen voor mannen en vrouwen en zwangerschapsverlof voor de man, pas dan is de maatschappij klaar voor een culturele verandering. Zolang deze voordelen niet aanwezig zijn, houdt de Nederlandse overheid de vooroordelen waar mevrouw Hamer het over heeft gewoon in stand. Onder druk vervalt de mens immers vaak in zijn of haar conventionele gebruiken. Zo blijkt uit onderzoek van hoogleraar Baarsma slechts een kwart van de vrouwen op de arbeidsmarkt voltijd te werken.

Het is echter nog maar de vraag of dit volledig te wijten is aan de huidige voorzieningen. Volgens het CBS kiest namelijk slechts een kwart van de vrouwen voor een studie met een hoge baanzekerheid; studies die het vaak minder doen op feesten en partijen, studies met een gedegen mathematische achtergrond, zoals econometrie, informatica en elektrotechniek. Er wordt liever gekozen voor kunstgeschiedenis, psychologie of pedagogische wetenschappen. Dus dat deze vrouwen geen topfunctionaris zijn geworden bij beursgenoteerde bedrijven zoals ASML, Adyen of Shell vanwege hun geslacht is wellicht enigszins gechargeerd.

Toch stemde de Tweede Kamer december vorig jaar voor een quotum van 30% vrouwen in de raden van commissarissen en bestuur. Niet dat ik tegen vrouwen in de top ben, maar met het huidige klimaat van studiekeuze en sociale voorzieningen lijkt een quotum meer op vrouwen behandelen als tweederangsburgers die een steuntje in de rug nodig hebben dan een weg vrij maken voor een eerlijke carrière naar de top. En wanneer het minder gaat met het bedrijf onder leiding van een vrouw hoort iedereen het antwoord al op de vraag waarom: “De vagina overwint alles”.

Plaats een reactie